Th. Van Rijswijckplaats 7 - 2000 Antwerpen

03 203 44 00

Kleinhoefstraat 6 - 2440 Geel

014 63 95 70

Lid worden

Veiligheid op het werk, Welzijn

Overgangsperiode verplichte basisveiligheidsopleiding eindigt op 15 april

11 maart 2024

Op 15/04/23 werd het KB van kracht op de verplichte basisveiligheidsopleiding, dat een transitieperiode bevatte van één jaar. Periode die dus over een zestal weken afloopt. Vanaf dan zal voor iedereen die op een tijdelijke of mobiele bouwplaats werken uitvoert die “bijdragen tot de realisatie van het bouwwerk” dezelfde regel gelden: bij voorkeur de opleiding gevolgd hebben bij aanvang van de werken ofwel uiterlijk binnen de maand. Tenzij uiteraard de zelfstandige of werknemer in kwestie van een vrijstelling kan genieten omwille van voldoende ervaring in de sector (5 jaar in de jongste 10) of door het al gevolgd hebben van een equivalent verklaarde opleiding.

Op diezelfde datum van 15 april 2024 eindigt ook de periode van het louter “coachend” optreden van Toezicht Welzijn op het Werk. Wat de bewijsstukken betreft die bezorgd worden door buitenlandse onderaannemers en sub-onderaannemers, willen we nog eens wijzen op twee door TWW gecommuniceerde standpunten: 1) alle voorgelegde documenten moeten opgesteld of vertaald zijn in één van de drie Belgische landstalen of het Engels; 2) zelf aangemaakte “verklaringen op eer” volstaan niet. De inspecteurs aanvaarden enkel kopies van officiële stavingsstukken (DMFA-aangiftes, afschriften uit het Handelsregister van een ander EU-land, behaalde certificaten of diploma’s met duidelijke vermelding van de gegevens van het opleidingscentrum dat ze afgeleverd heeft enz.).

Sancties

Wie in gebreke blijft, kan dus in de komende maanden geverbaliseerd worden. Zowel de zelfstandige of de (onder)aannemer in kwestie, als opgaand ook de hoofdaannemer. Als blijkt dat hij de keten onvoldoende gecontroleerd heeft. En dat op basis van de Artikelen 25 en 29 van de Welzijnswet. Deze stellen immers dat indien de bouwdirectie belast met de uitvoering (in casu de hoofdaannemer) “kon weten” dat een onderaannemer niet in orde was met de Welzijnswetgeving, hij deze had moeten weren…

De voorbije weken kregen we ook geregeld de vraag welke sancties er aan een eventueel proces-verbaal kunnen vasthangen. Wel, in toepassing van Art. 132 van het Sociaal Strafwetboek gaat het hier om een sanctie van niveau 3. Concreet betekent dit: ofwel een strafrechtelijke boete van 100 tot 1.000 € ofwel een administratieve boete van 50 tot 500 €. Omwille van de wettelijke opdeciemen, te vermenigvuldigen met factor 8, wat neerkomt op respectieve bedragen tussen 800 en 8.000 € of 400 tot 4.000 €.

Op zoek naar een goedgekeurde basisveiligheidsopleiding?

Dialog

Tekst

Ok Annuleer