Th. Van Rijswijckplaats 7 - 2000 Antwerpen

03 203 44 00

Kleinhoefstraat 6 - 2440 Geel

014 63 95 70

Lid worden

Nieuwe bedragen en grenzen voor 2025

03 februari 2025


Bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar worden ook steeds de bedragen kenbaar gemaakt. We overlopen in dit artikel de geïndexeerde en aangepaste bedragen die mogelijk van toepassing kunnen zijn voor de verloning van uzelf en/of van uw werknemers.

Fiscale bedragen voor de beroepsinkomsten in 2025

Vergoedingen en grensbedragenToepasbare vergoeding en grensbedrag voor 2025
FietsvergoedingEen verhoging van de maximaal vrijgestelde fietsvergoeding van 0,35 EUR naar 0,36 EUR per werkelijk afgelegde kilometer.
Er is nu ook maximumbedrag per jaar bepaald van 3.610 EUR.
Woon-werkverkeerHet vrijgesteld bedrag voor tussenkomst van werkgever in woon-verkeer bedraagt 500 euro per jaar.
Kilometervergoeding 3-maandelijks0,4290 EUR per kilometer voor een professionele verplaatsing met een privé-voertuig.
Kilometervergoeding jaarlijks0,4415 EUR per kilometer voor een professionele verplaatsing met een privé-voertuig. Momenteel lopend tot 30 juni 2025.
Binnenlandse dienstreizen20,80 EUR per dag maaltijdkosten of 332,80 EUR per maand op basis van een gemiddelde van 16 dagen. (al vanaf 1 juni 2024)
156,04 EUR per overnachting. (al vanaf 1 juni 2024)
Minimum-uurloon17,27 EUR bruto per uur als voorwaarde van het minimum-uurloon dat moet betaald worden om een vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing ploegenarbeid voor werken in onroerende staat op werven te bekomen.
Loonbonus (CAO 90)Het bruto bedrag is 4.164 EUR en het fiscaal vrijgesteld bedrag is 3.622 EUR voor het jaar 2025.
MobiliteitsbudetMinimaal 3.164 EUR en maximaal 16.875 EUR voor het jaar 2025.

Wanneer een werkgever een bepaald goed of middel ter beschikking stelt en de werknemer deze ook voor privédoeleinden kosteloos mag gebruiken, beschouwt FOD Financiën dit als een voordeel alle aard.
Jaarlijks zal men ook de bedragen waaraan men een forfaitair bedrag toekent, alsook sommige berekeningscoëfficiënten, herbekijken en mogelijk aanpassen.

Voordeel alle aardBedrag en toepasbaarheid
Elektriciteit
(geen verwarming)
1.250 EUR per jaar voor bedrijfsleiders en leidinggevenden. 560 EUR per jaar voor andere werknemers.
Verwarming 2.500 EUR per jaar voor bedrijfsleiders en leidinggevenden. 1.130 EUR per jaar voor andere werknemers.
WoonstKadastraal inkomen (KI) maal 2.2446.[1]
Bedrijfswagen1.650 EUR minimum voordeel per jaar.
 Referentie-uitstoot voor aardgas, benzine en lpg is 71 gram per kilometer in 2025.
 Referentie-uitstoot voor diesel is 59 gram per kilometer in 2025.
Gratis ICT-materiaal72 EUR per jaar voor een PC.
(deze bedragen zijn36 EUR per jaar voor een Smartphone, GSM of tablet.
niet aangepast)48 EUR per jaar voor een telefoonabonnement.
 60 EUR per jaar voor een internetabonnement.

Deze bedragen zijn nog steeds onder voorbehoud vermits ze nog niet werden gepubliceerd door FOD Financiën.
Wat de toepasbaarheid van deze bedragen betreft, is het ook belangrijk om te weten dat deze mogelijk verhoogde bedragen geen zekerheid bieden dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) die ook zal aanvaarden.

De RSZ heeft immers een autonome beslissingsmacht. De actuele bedragen die door de RSZ worden aanvaard vindt u hier. De meeste bedragen die van toepassing zijn op het eerste kwartaal 2025 werden nog niet gepubliceerd door de RSZ.
De RSZ publiceerde echter wel reeds een verhoging forfaitaire vergoeding voor bureaukosten, die geldt vanaf 1 juni 2024. Waar deze kantoorvergoeding sedert 1 december 2023 maximaal 151,70 EUR per maand bedroeg, werd deze door de RSZ opgetrokken naar 154,74 EUR per maand met ingang van 1 juni 2024.

Werkgevers betalen een solidariteitsbijdrage aan de RSZ indien werknemers de hen ter beschikking gestelde bedrijfswagen ook voor privédoeleinden mogen gebruiken. Het geïndexeerd bedrag voor het jaar 2025 is gekend.

De solidariteitsbijdrage – beter gekend als de CO2-taks – wordt bepaald door de CO2-uitstoot van de wagen, alsook het type brandstof. Deze wordt als volgt berekend vanaf 1 januari 2025:

BrandstofSolidariteitsbijdrage
DieselGekende uitstoot: [((CO2-uitstoot x € 9) – 600] / 12) x 1,5948 Ongekende uitstoot: [((165 x € 9) – 600] / 12) x 1,5948 = € 117,61/maand
BenzineGekende uitstoot: [((CO2 uitstoot x € 9) – 768] / 12) x 1,5948 Ongekende uitstoot: [((182 x € 9) – 768] / 12) x 1,5948 = € 115,62/maand
LPGGekende uitstoot: [((CO2 uitstoot x € 9) – 990] / 12) x 1,5948
Elektrisch (en waterstof)€ 33,22/maand of € 37,33/maand voor wagens besteld vanaf 1 juli 2023

De minimumbijdrage per maand ligt vanaf 1 januari 2025 vast op € 33,22/maand of € 37,33/maand voor wagens besteld vanaf 1 juli 2023.

Andere nieuwe bedragen

  • Vanaf 1 januari 2025 is het maximum aantal uren studentenarbeid opnieuw 475 uur

Vanaf 1 januari 2025 werd het aantal uren dat een student mocht werken, teruggeschroefd naar 475 uren per jaar, in plaats van 600 uren in 2023 en 2024.

De nieuwe federale regering wil het echter mogelijk maken voor studenten om 650 uren per jaar voordelig te werken. Op het loon van een student met een studentenovereenkomst is immers geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd en slechts een verlaagde sociale zekerheidsbijdrage, de zogenaamde solidariteitsbijdrage. De leeftijdsgrens voor studentenarbeid wordt 15 jaar.

Het is dus voorlopig nog even wachten tot wanneer men het federale regeerakkoord ter goedkeuring voorlegt aan het federale Parlement. Na goedkeuring kunnen de nieuwe bepalingen uit dit akkoord geïmplementeerd worden en in werking treden.

  • Loonbedragen Arbeidsovereenkomstenwet

De loongrenzen uit de Arbeidsovereenkomstenwet worden aan het begin van elk jaar aangepast. Deze zijn van toepassing op het concurrentiebeding, het scholingsbeding en het arbitragebeding.

De volgende bedragen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2025:

Wettelijk basisbedragGeïndexeerd bedrag 2025Relevant voor
€ 16.100€ 43.106concurrentiebeding (laagste grens) en scholingsbeding
€ 32.200€ 86.212concurrentiebeding (hoogste grens) en arbitragebeding
  • Nieuwe grenzen loonbeslag en loonoverdracht

De grensbedragen voor loonbeslag of loonoverdracht worden elk jaar aangepast aan de index. Voor de bedragen uitgekeerd ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, een leerovereenkomst, een statuut, een abonnement, alsook bedragen uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een andere persoon arbeid verrichten buiten een arbeidsovereenkomst, en het vakantiegeld betaald in toepassing van de wetgeving jaarlijkse vakantie, gelden vanaf 1 januari 2025 de volgende grenzen:


  Nettoloon  
Vatbaar voor beslagMaximale inhouding
€ 0 – € 1.388//
€ 1.388,01 – € 1.49220%€ 19,80
€ 1.492,01 – € 1.64630%€ 44,70
€ 1.646,01 – € 1.80040 %€ 59,60
Boven € 1.800OnbeperktOnbeperkt

Deze grenzen kunnen onder bepaalde voorwaarden en mits bepaalde formaliteiten worden verhoogd met € 86 per kind ten laste:

  • het moet gaan over een kind dat de volle leeftijd van 25 jaar niet bereikt heeft of onder het statuut van verlengde minderjarigheid valt;
  • de titularis van de in beslag genomen of overgedragen inkomsten voorziet op substantiële wijze in de kosten van huisvesting, onderhoud of opvoeding van het kind;
  • er is een verwantschap in eerste graad of een hoedanigheid van zorgouder met het kind;
  • het kind mag de 12 maanden voorafgaand aan de aangifte niet beschikken over nettobestaansmiddelen die hoger liggen dan bepaalde maximumbedragen, afhankelijk van de gezinstoestand van de ouder. De bedragen van deze inkomsten worden elk jaar aangepast en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

De grenzen van deze nettobestaansmiddelen bedragen vanaf 1 januari 2025:   

  • € 3.933 netto als de ouder samenwonend is;
  • € 5.680 netto als de ouder alleenstaand is;
  • € 7.202 netto indien het kind het statuut van gehandicapte heeft.

Men kan enkel van deze vermindering genieten als men aangifte doet van de kinderen ten laste aan de hand van een wettelijk vastgelegd formulier met hierbij de nodige bewijsstukken gevoegd.


[1] Sinds 1 januari 2019 wordt het voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een woning vastgesteld op 100/60 van het geïndexeerde kadastrale inkomen, vermenigvuldigd met 2.

Het voordeel wordt verhoogd met 2/3de wanneer het een gemeubelde woning betreft.

Dialog

Tekst

Ok Annuleer